Betekenis duwen

Op deze pagina vind je 4 verschillende betekenissen of definities van het woord 'duwen’, geordend van meest populaire betekenis naar minst populaire. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 1

duwen

(overgankelijk) door druk uit te oefenen doen voortbewegen
VB: Zij duwen de auto aan de kant.

2 0

duwen

(ditransitief) iemand iets opleggen of opdringen
VB: Hij kreeg een prop in zijn mond geduwd.

3 0

duwen

meervoud van het zelfstandig naamwoord duw

4 0

Duwen

Doffen, Douwen, Drijven, Dringen, Drukken, Persen, Porren, Prangen, Stampen, Steken, Stoten, Stuwen; Bonken, Bonzen, Cohabiteren, Coiteren, Copuleren, Een beurt geven, Een punt zetten, Geslachtsgemeenschap hebben, Het doen, Kezen, Naaien, Neuken, Poken, Rampetampen, Vrijen, Wippen

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip duwen toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!