Betekenis slaan

Op deze pagina vind je 5 verschillende betekenissen of definities van het woord 'slaan’, geordend van meest populaire betekenis naar minst populaire. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

Slaan

Afdekken, Afdrogen, Aframmelen, Afranselen, Afrossen, Aftroeven, Aftuigen, Geselen, Kastijden, Klappen, Geven, Knokken, Knuppelen, Matten, Meppen,Mishandelen, Neuken, Op de broek geven, Pegelen, Pekelen, Pekken, Rammen, Ranselen, Stompen, Stoten, Straffen, Toetakelen, Turven, Vechten; Beuken, Hameren, Rammeien, Timmeren; Botsen, Flappen, Klappen, Klapperen, Kletsen, Kletteren, Klotsen, Ploffen, Tikken, Zwiepen; Dichtsmakken, Gooien, Smijten; Jagen, Kloppen, Palpiteren, Pulseren; Doodslaan; Striemen; Het winnen van, Overdonderen, Overtreffen, Overwinnen, Verslaan, Vloeren, Boorbijstreven; Kwelen, Kwetteren, Kwinkeleren

2 0

slaan

(overgankelijk) een klap uitdelen; met de arm of een vastgehouden voorwerp een snelle, rakende beweging maken
VB: Hij sloeg hem met de vuist op de kin.

3 0

slaan

het voorbrengen van geluid door ergens op te slaan
VB: De klok heeft al vier uur geslagen.

4 0

slaan

(ergatief) ergens plotseling mee beginnen
VB: Het paard sloeg op hol.

5 0

slaan

(spel) een stuk van de tegenstander door een bepaalde zet uitschakelen

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip slaan toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!