Betekenis brak

Op deze pagina vind je 7 verschillende betekenissen of definities van het woord 'brak’, geordend van meest populaire betekenis naar minst populaire. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

brak

heraldiekteken, hondenkop(pen) met hang of flaporen en uithangende tong

2 0

brak

een jachthond die gebruikt wordt voor de jacht op lopend wild
VB: Er zijn verschillende hondenrassen die als brakken gebruikt worden.

3 0

brak

met een zoutgehalte dat tussen zout en zoet in ligt
VB: Die sloot bestaat uit brak water.

4 0

brak

braak liggend
VB: De brakke grond kon worden gebruikt om huizen op te bouwen.

5 0

brak

(informeel) onprettig voelend, flauw, met een kater
VB: Ik heb gisteren teveel gedronken en voel me nu brak.

6 0

brak

enkelvoud verleden tijd van breken

VB: Ik brak.
Jij brak.
Hij, zij, het brak.

7 0

Brak

Ziltig; Belhamel, Bengel, Boefje, Deugniet, Doerak, Kataas, Kwapoets, Lorejas, Ondeugd, Rakker, Snotaap, Straatvlegel, Wittekop

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip brak toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!