Betekenis copuleerde

Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'copuleerde’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

copuleerde

enkelvoud verleden tijd van copuleren

VB: Ik copuleerde.
Jij copuleerde.
Hij, zij, het copuleerde.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip copuleerde toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!