Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'daagde op’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
10
daagde op
enkelvoud verleden tijd van opdagen
VB: Ik daagde op.
Jij daagde op.
Hij, zij, het daagde op.