Betekenis fietste voorbij

Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'fietste voorbij’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

fietste voorbij

enkelvoud verleden tijd van voorbijfietsen

VB: Ik fietste voorbij.
Jij fietste voorbij.
Hij, zij, het fietste voorbij.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip fietste voorbij toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!