Betekenis grosseerde

Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'grosseerde’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 -1

grosseerde

enkelvoud verleden tijd van grosseren

VB: Ik grosseerde.
Jij grosseerde.
Hij, zij, het grosseerde.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip grosseerde toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!