Betekenis huisde

Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'huisde’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

huisde

enkelvoud verleden tijd van huizen

VB: Ik huisde.
Jij huisde.
Hij, zij, het huisde.

Bron: http://nl.wiktionary.org/wiki/huisde

Betekenis voor ‘huisde’ toevoegen

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip huisde toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!

Recent gezochte betekenissen