Betekenis kastijdde

Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'kastijdde’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

kastijdde

enkelvoud verleden tijd van kastijden

VB: Ik kastijdde.
Jij kastijdde.
Hij, zij, het kastijdde.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip kastijdde toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!