Betekenis kleedde uit

Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'kleedde uit’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

kleedde uit

enkelvoud verleden tijd van uitkleden

VB: Ik kleedde uit.
Jij kleedde uit.
Hij, zij, het kleedde uit.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip kleedde uit toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!