Betekenis luisterde af

Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'luisterde af’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

luisterde af

enkelvoud verleden tijd van afluisteren

VB: Ik luisterde af.
Jij luisterde af.
Hij, zij, het luisterde af.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip luisterde af toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!