Betekenis maf

Op deze pagina vind je 6 verschillende betekenissen of definities van het woord 'maf’, geordend van meest populaire betekenis naar minst populaire. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

maf

(Jiddisch-Hebreeuws) gek, vreemd, onverwacht, ongebruikelijk, raar
VB: Hij had een bepaald maffe hoed op.
Gister deed-ie zoiets mafs dat ik m'n lachen bijna niet in kon houden.

2 0

maf

op een vreemde, onverwachte, ongebruikelijke, rare manier
VB: Sinds zijn blessure loopt hij echt nog maffer.

3 0

maf

eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maffen

VB: Ik maf.

4 0

maf

gebiedende wijs van maffen

VB: Maf!

5 0

Maf

Bedonderd, Besodemieterd, Bezopen, Crazy, Daas, Dom, Dwaas, Gek, Gestoord, Getikt, Halfgaar, Idioot, Kluchtig, Knots, Kolderiek, Krankjorum, Krankzinnig, Leip, Mal, Malloot, Mesjokke, Niet goed snik, Ongerijmd, Onnozel, Onverstandig, Onwijs, Onzinnig, Raar, Stom, Waanzinnig, Zonderling; Futloos, Loom, Onaangenaam, Onprettig, Saai, Suf, Vervelend; Sleep

6 0

maf

(bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maffen

VB: Maf je?

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip maf toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!