Betekenis revaccineerde

Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'revaccineerde’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

revaccineerde

enkelvoud verleden tijd van revaccineren

VB: Ik revaccineerde.
Jij revaccineerde.
Hij, zij, het revaccineerde.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip revaccineerde toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!