Betekenis springen

Op deze pagina vind je 5 verschillende betekenissen of definities van het woord 'springen’, geordend van meest populaire betekenis naar minst populaire. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

Springen

Dartelen, Huppelen, Huppen, Joepen; Barsten, Breken, Doorbreken, Exploderen, Knappen, Ontploffen, Openbarsten, Splijten, Uitbarsten, Uiteenspatten, Uiteenspringen, Uit elkaar spatten

2 0

springen

(ergatief) na zich tegen de zwaartekracht afgezet te hebben een korte vrije val door de lucht maken in een bepaalde richting
VB: Hij sprong over de greppel.

3 0

springen

(inergatief) na zich tegen de zwaartekracht afgezet te hebben een korte vrije val door de lucht maken
VB: Er werd gesprongen en gerend.

4 0

springen

(ergatief) traanvocht veroorzaken
VB: De tranen sprongen hem in de ogen.

5 0

springen

(ergatief) plotseling breken of uit elkaar barsten
VB: Door aanraking met de vlam sprong het glas in duizend stukken.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip springen toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!