Betekenis tik

Op deze pagina vind je 6 verschillende betekenissen of definities van het woord 'tik’, geordend van meest populaire betekenis naar minst populaire. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

Tik

Dof, Dreun, Flap, Floep, Klak, Klap, Klets, Klop, Knal, Knots, Lap, Lel, Mep, Mossel, Mot, Opstopper, Pardaf, patat, Pats, Peer, Pees, Pets, Peut, Peuter, Plakkaat, Plets, Slag, Watjekouw; Klik, Knip; Aanslag; Tic

2 0

tik

een korte niet al te harde klap of schop
VB: Hij gaf een tikje tegen het venster.

3 0

tik

(klanknabootsing) het korte maar energieke geluid van zo'n klap of schop
VB: Je moet mijn fiets eens nakijken, ik hoor steeds een tik.

4 0

tik

eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tikken

VB: Ik tik.

5 0

tik

gebiedende wijs van tikken

VB: Tik!

6 0

tik

(bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tikken

VB: Tik je?

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip tik toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!