Betekenis trouwde

Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'trouwde’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

trouwde

enkelvoud verleden tijd van trouwen

VB: Ik trouwde.
Jij trouwde.
Hij, zij, het trouwde.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip trouwde toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!