Betekenis uitpraatte

Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'uitpraatte’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

uitpraatte

(in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitpraten

VB: ... dat ik uitpraatte.
... dat jij uitpraatte.
... dat hij, zij, het uitpraatte.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip uitpraatte toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!