Betekenis uitvallen

Op deze pagina vind je 6 verschillende betekenissen of definities van het woord 'uitvallen’, geordend van meest populaire betekenis naar minst populaire. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

Uitvallen

Afvallen, Begeven, Bezwijken, Doorslaan, Kapotgaan, Sneuvelen, Stukgaan, Vervallen, Wegvaalen; Achteruitgaan, Aftakelen, Ebben, Interen, Inzinken, Verergeren, Verslechten; Uitpakken; Uitvaren

2 0

uitvallen

(ergatief) niet langer functioneren
VB: De zender is opeens uitgevallen.

3 0

uitvallen

(ergatief) verliezen van haar, naalden, bloembaden enz
VB: De kerstboom is al erg uitgevallen en kan beter maar opgeruimd worden.

4 0

uitvallen

(ergatief) niet doorgaan van iets dat vooraf gepland stond
VB: Ik had vandaag eigenlijk zes lessen, maar één is er uitgevallen.

5 0

uitvallen

(koppelwerkwoord) uiteindelijk worden
VB: De taart is een beetje groot uitgevallen, maar het komt wel op.

6 0

uitvallen

meervoud van het zelfstandig naamwoord uitval

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip uitvallen toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!